Kees

hij wist alles van de plek

die hij na een onmeetbare ramp

in de zeventig jaren daarna

zijn thuis was blijven noemen

als een schietwilg wortelde hij

en leerde zijn nieuwe bodem kennen

van verhalen over de voormalige zee

en het eiland dat daar was geweest

tot de schuren en boerderijen die

de nieuwe grond bezaaiden

zijn vondsten kon hij onnavolgbaar weven

tot vertellingen die zijn ogen deden stralen

schatten die hij bewaarde in het archief

zodat men het in het nu of veel later

Flevoland kan zien zoals hij het zag

december 2025

Een in memoriam gedicht voor Kees Bolle (1944-2024), bevlogen amateurhistoricus en vrijwilliger bij Het Flevolands Archief.

Zilver op Water

een hoop verlicht

we zoeken naar licht

in de diepte van december

wanneer de zon zo zuinig

over de stad schijnt dat iedereen

wakker wordt in het donker en

in het donker weer naar huis gaat

gecombineerd met een wereld die

ook dit jaar lichtelijk in de fik staat

hoop wordt dan een opgave

dus zoeken we naar licht

en als het licht op zich laat wachten

verspreiden we het gewoon zelf

naar stukken stad die erom vragen

zoals lang gepensioneerde etalages

en naar een bescheiden vijver die we

dan net zo laten schitteren als zijn naam

zodat iedereen kan zien, horen en voelen

dat we elke dag de lichtpuntjes vinden

in wat wij kunnen maken met elkaar


stapelgek

er staat een bonte stapel dieren

aan de rand van hun druilerige stad

de olifant observeert acuut dat

het diepst van de winter te duister is

en het schaap wil graag het daglicht

terug dat de wintertijd heeft gejat

de kip kakelt resoluut dat 

ze het hier niet bij kunnen laten

en de vos verzint daarop alvast

vier verschillende plannen

maar de kikker

de kikker droomt weg

de winter is voor haar

vreugdeloos en langzaam want

iedereen die ze kent graaft zich in

en wacht in de modder op die

eerste verlossende lentestralen

met haar nieuwe vrienden trekt ze

naar het hart van de druilstad waar

een vijver ligt die volgens zijn naam

zou moeten glimmen maar nu slechts

dofjes kabbelt onder een decembermaan

de olifant constateert tevreden dat ze

hier het beste kunnen gaan staan om

de verlichting aan de mens te brengen

dus houden ze elk hun stralende hoop vast

gestapeld als een buitengewone vuurtoren

tot de ergste duisternis voorbij is gegaan

december 2024

Deze gedichten horen bij Zilver op Water 2024. Het eerste is een algemeen gedicht over de ziel van het project en de tweede gaat over het kunstwerk ‘Bremen’, gemaakt door Malou Kamstra en haar jongerenatielier.

Lichtje

hoe kort onze tijd samen bleek

die ons op aarde was gegeven

het was meer dan voldoende om

een onaantastbare band te smeden

de sleutel van dit kleine slot

is bewijs van jouw bestaan

ook ver nadat de roest en de regen

het sterke metaal doen vergaan

want toen jouw hartje stopte

werd dat van ons nooit meer hetzelfde

ondanks de leegte is er altijd liefde

en op jouw plekje in ons hart

brandt nu een eeuwig lichtje

november 2024

Elke tweede zondag van december is het Wereldlichtjesdag. Wereldwijd komen mensen dan samen om lichtjes op te steken om overleden kinderen en stilgeboren baby’s te herdenken. In Lelystad staat een monument voor overleden kinderen, waar mensen een slotje aan kunnen hangen ter nagedachtenis.

De Tong

op de grens tussen oost en zuid

balanceert een sentinel op een slapende dijk

een grote groene tong door roestend koper omwonden

als een baken in een eenzame leegte roept hij

naar de duizenden die dagelijks langs hem razen

dat zij het verlaten of er bijna zijn

gemaakt om voor altijd uitgestoken 

richting weidse polderhemel te strekken

tot een aanhoudende januaristorm een

logge windvaan van hem wist te maken

werd geknakt afgevoerd omringd door debat

mocht hij blijven of moest hij weg daar

na lang beraad over kwetsen en hoge kosten

kreeg hij al polderend een half ingeslikte naam

en met een sterkere ribbenkast en ruggengraat

kon hij terug naar zijn bekende post langs de weg

om daar als icoon nooit meer weg te gaan

kan hij rusten of lijkt hij zo kostbaar

de kwetsbaarheid van een verlaten buitengebied

maakte hem onbestendig voor dieven en vandalen

opnieuw waait de wind door zijn verminkte geraamte

tot aan zijn kin is zijn koperen huid gevild

een onzeker lot in een wispelturige waagschaal

blijft hij zingen of valt de dijk stil

november 2024

280 euro

het verschil dat een medestander

kan maken is sinds deze herfst

op minimaal 280 euro gezet

waar eerst de schaamteloze daders

zonder weerwoord van de wet

met hun tengels zomaar vernederden 

waren er op het drukke plein

nu meer ogen gericht op haar

en zijn vreesaanjagende grijpen

zoals vele vrouwen voor haar

liep ze door en liet ze het gaan

de zinloosheid van een aangifte

toch zag haar omgeving het ontstaan

hielden hem aan en nu was hij gedaagd

en veroordeeld tot een bescheiden

financiële tik op zijn vingers

waarvan tweederde onder voorwaarde

we zijn nog niet overal veilig

maar voor elke gewonnen vrijheid

is er een begin

november 2024

De soroptimisten van Flevoland hadden mij gevraagd een gedicht te schrijven voor de aftrap van de jaarlijkse Orange the World campagne. Tijdens deze campagne wordt opgeroepen geweld tegen meisjes en vrouwen te stoppen. Niet lang daarvoor was de allereerste boete voor straatintimidatie uitgeschreven, waar ik me door heb laten inspireren.

Ons genoegen

aan de rand van de stad

zien wij elke lente het licht 

nadat wij ons aan de 

zeeklei ontworsteld hebben

beschijnt de zon ons tot

we zoet genoeg zijn

en hoeven we slechts 

tot de oogst te overleven

verpakt als kleine spookjes

tegen scherpe spreeuwensnavels

liefhebbende handen

plukken, persen en vergisten

maken ons met genoegen tot wijn

vanuit de bodem van hun hart

augustus 2024

Zonnewendetentellende

na middernacht met de ziel onder de arm rond elektronisch vuur nestelen,

in de vorm van een kleine kubus die terug lijkt te seinen naar

de knipperende rode ogen in het vlakke niets

met bier en snacks en verhalen stellen we de slaap uit

tot iedereen toch aftaait

wanneer de laatste fluister sterft 

begint de eeuwige suis van de grote witte waker

haar wieken onaflatend

braaf ben ik in de tent gekropen 

mijn nek brekend tegen een opblaaskussentje

opgekruld als een vuilniszakkleurige worm

de lamp gaat aan, gaat uit, gaat aan

mijn boek open, dicht en open

en mijn pen ook, nee

kamperen is niks voor mij

het besluit tot opstaan is genomen

kruipstuimelend de tent uit

de nacht glijdt al richting dageraad

en op slippers en in groot t-shirt

maak ik mijn gang naar het toilet

met spookachtig blauwe ringen 

van de energiecentraletorens als baken

bij het verlaten van de dixie zie ik de

dames die de boer alvast het weiland

op heeft gejaagd, 

goedemorgen

bij gebrek aan zin om terug te keren

naar mijn vuilniszakkenwormbestaan

loop ik mijn tent voorbij richting 

de heilige aarden wallen

een vurig lichtsnoer leidt de weg

het hart is verstild, slechts de windmolenruis 

en het krakende droge gras onder mijn slippers 

maken geluid

sjokkend maak ik mijn ronde tussen de wallen, 

tot ik me bedenk dat ik binnenkort 

een opwachting moet maken

en dat ik dat niet kan doen in groot t-shirt

en een onderbroek, dus ik schuifel terug

naar de vermaledijde tent

ik vouw mijn lichaam naar fatsoen

teken zelfs wat lijntjes boven mijn ogen

de dag is nooit geëindigd voor mij vannacht

maar nu kan ik hem in elk geval met

enige waardigheid voortzetten

ontbijt bestaat uit twee kleffe bolletjes kaas

met koffie die waarschijnlijk door

een tovenaar is gezet omdat er

een goede kans is dat je de doden

ermee kan opwekken

een roepende koekkoek

en een grote roze vlek in de lucht herinneren mij

eraan dat er wel degelijk tijd is verstreken

ik wacht tot mijn vrienden verfrommeld uit

hun tent komen rollen

de eerste treinen razen voorbij

in dit hart nestelen zich jaarlijks dichters

op ongoddelijke tijdstippen

zodat ze de zomer kunnen verwelkomen

met woorden die doordringen

ik mag de mijne daar straks aan toevoegen

het voelt als een heiligdom en 

mijn gebrokenheid is een boetedoening 

voor onduidelijke zondes, misschien

in de verte mijn vader op zijn elektrische fiets

het blauw van zijn jas gaat de

competitie aan met de ochtendlucht

het blauwe metalen nijlpaardje aan

mijn voordrachtboek lijkt haast te gloeien

de zon, ze is er

het is tijd

het is tijd

juni 2023

Kleurplaatstad

je maakt een stad om in te wonen

niet om naar te kijken

tussen een raster van dreven

teken je wijken als eilanden

verbonden door menig brug en fietspad

daar een hart, langgerekt en op de groei

arceer de randen in blauwgroen goud

een toekomstbelofte op papier

binnen no-time uit de klei gestampt

ruim een halve eeuw later

zijn de wijken goed bewoond

door 83.000 zielen die met hun

lofzang en gemopper

heimwee en geborgenheid

gemijmer en observaties

en zelfs nieuwe mythologieën

deze kleurplaat van een stad

met overtuiging blijven inkleuren

en haar hart kloppend houden

november 2023

Dit is het openingsgedicht voor de wijkenbundel van Lelystad, een initiatief van het Stadsdichtersgilde. De bundel is een rijk poëtisch mozaïek over Lelystad door meer dan 50 Lelystedelingen. Op 17 februari 2024 om 14:00 wordt de bundel feestelijk gepresenteerd in de bibliotheek van Lelystad. Elke dichter in de bundel krijgt een eigen exemplaar. De bundel zelf zal voor een sterk gereduceerd tarief te koop zijn. Alle opbrengsten gaan naar stichting MILA.

Na 17 februari is de bundel te krijgen op verschillende verkooppunten, waaronder de Bruna of Readshop Lelystad.

De openingszin is vrij naar Frits Tellegens gevleugelde uitspraak over de vermeende lelijkheid van Lelystad.

Doen

winnen zit in meedoen

en om dat te voelen

moet je het simpelweg doen

het is als je tenen om het startblok krullen

seconden verwijderd van het water

zien hoe de curbstones tot een 

rood-witte waas smelten

met een precieze schijnflats

iemand finaal het bos in sturen

of in een perfecte hoek het ijs 

onder ijzers horen glijden

al fietsebenend met gekneusde vingers 

het doel schoon houden

het is wanneer je je voet niet voelt

terwijl je een tien schiet

of een uitstekend gesprek houdt

tussen body en baton

wanneer je met drie pijltjes

een big fish weet te vangen

en als een gulle wind je een gijp gunt

over een staalgrijs Markermeer

het zit in dikke blikken trekken met

jaloersmakende ritmes

of een prachtige carotte achterlaten 

als die carambole net niet lukt

wanneer je het pas snap

als je het begrijp

zoveel manieren om te winnen

omdat de winst zit in het doen

januari 2024

Dit gedicht schreef ik voor de Lelystadse Sportverkiezingen 2023. Alle 12 de sporten van de genomineerden zijn erin verwerkt.

Nieuwjaarsduik

de meren klotsen
over de dijken
zo het nieuwe jaar in
voelen we met natte voeten
ons anders over elkaar
of wist het water niks uit
maakt het niks gelijk
en laat het strijdbijlen
hooguit een beetje roesten

het water geeft en neemt
ze heeft ons deze stad gegeven
of liever, we hebben haar eruit getrokken
laat het in dit nieuwe jaar
de zorgen en de vooroordelen wegnemen
zodat al wat er nog overblijft
ons gedeelde geluk is

januari 2024