Kampen 1663

niet met maar

zeer zeker niet zonder

een stad gevormd door

stromend stokkend water

dat de handel ver

voorbij onze kusten stuwde

en oude mannen omhing

met macht

uit elke baksteen sprak rijkdom

torens waaieren als pauwen

hun pracht boven de stadsmuren uit

met haar ettelijke poorten

die bepalen wie een Kampenaar is

geleid door God en geld

augustus 2024

Solanum tuberosum

glorieuze aardappel

uw toepassing kent geen eind

gekookt, gestampt, gefrituurd

gepoft of gebakken

zelfs als we u met groente

en een vleesvervanger

helemaal naar de tyfus prakken

blijft uw vorm

voedzaam en vullend

naties staan en vallen

bij de gratie van uw oogst

nietsvermoedend wuiven uw

witte bloesems in de juliwind

onze honger tegemoet

augustus 2024

Bodemarchief

waar vroeger beken

en rivieren stroomden

hun namen achterlatend

in duinen en dekzand

daar vloeien nu verhalen

de grond vertelt over de

scherven van jagende verzamelaars

die een beetje boer werden

in zompig stromenland

over vele eeuwen aan

gezonken toekomstdromen

hun welvaart en rampspoed

bepaald door verraderlijk water

over getekende lijnen die

met wilskracht tot leven gewekt

van ruimte een nieuw begrip maakten

op de bodem van de getemde zee

over nieuwkomers die

overal vandaan kwamen en

een samenleving bouwden

op een groot vlak niets

over jou en mij en

wat wij onder deze

eindeloze lucht

allemaal kunnen zijn

mei 2024

Zonnewendetentellende

na middernacht met de ziel onder de arm rond elektronisch vuur nestelen,

in de vorm van een kleine kubus die terug lijkt te seinen naar

de knipperende rode ogen in het vlakke niets

met bier en snacks en verhalen stellen we de slaap uit

tot iedereen toch aftaait

wanneer de laatste fluister sterft 

begint de eeuwige suis van de grote witte waker

haar wieken onaflatend

braaf ben ik in de tent gekropen 

mijn nek brekend tegen een opblaaskussentje

opgekruld als een vuilniszakkleurige worm

de lamp gaat aan, gaat uit, gaat aan

mijn boek open, dicht en open

en mijn pen ook, nee

kamperen is niks voor mij

het besluit tot opstaan is genomen

kruipstuimelend de tent uit

de nacht glijdt al richting dageraad

en op slippers en in groot t-shirt

maak ik mijn gang naar het toilet

met spookachtig blauwe ringen 

van de energiecentraletorens als baken

bij het verlaten van de dixie zie ik de

dames die de boer alvast het weiland

op heeft gejaagd, 

goedemorgen

bij gebrek aan zin om terug te keren

naar mijn vuilniszakkenwormbestaan

loop ik mijn tent voorbij richting 

de heilige aarden wallen

een vurig lichtsnoer leidt de weg

het hart is verstild, slechts de windmolenruis 

en het krakende droge gras onder mijn slippers 

maken geluid

sjokkend maak ik mijn ronde tussen de wallen, 

tot ik me bedenk dat ik binnenkort 

een opwachting moet maken

en dat ik dat niet kan doen in groot t-shirt

en een onderbroek, dus ik schuifel terug

naar de vermaledijde tent

ik vouw mijn lichaam naar fatsoen

teken zelfs wat lijntjes boven mijn ogen

de dag is nooit geëindigd voor mij vannacht

maar nu kan ik hem in elk geval met

enige waardigheid voortzetten

ontbijt bestaat uit twee kleffe bolletjes kaas

met koffie die waarschijnlijk door

een tovenaar is gezet omdat er

een goede kans is dat je de doden

ermee kan opwekken

een roepende koekkoek

en een grote roze vlek in de lucht herinneren mij

eraan dat er wel degelijk tijd is verstreken

ik wacht tot mijn vrienden verfrommeld uit

hun tent komen rollen

de eerste treinen razen voorbij

in dit hart nestelen zich jaarlijks dichters

op ongoddelijke tijdstippen

zodat ze de zomer kunnen verwelkomen

met woorden die doordringen

ik mag de mijne daar straks aan toevoegen

het voelt als een heiligdom en 

mijn gebrokenheid is een boetedoening 

voor onduidelijke zondes, misschien

in de verte mijn vader op zijn elektrische fiets

het blauw van zijn jas gaat de

competitie aan met de ochtendlucht

het blauwe metalen nijlpaardje aan

mijn voordrachtboek lijkt haast te gloeien

de zon, ze is er

het is tijd

het is tijd

juni 2023

Planeet Prokkel

soms lijkt het

alsof ik op een planeet woon

en jij op een hele andere

en dan lijken we verschillend

en heel ver weg van elkaar

maar als ik nou

mijn handen uitsteek

en jij de jouwe ook

zodat we ontmoeten

in het midden

om dan samen iets te doen

dan zie jij wie ik ben

en begrijp jij mij weer beter

want uiteindelijk komen we

toch van dezelfde planeet

mei 2024

Deze schreef ik om de jaarlijkse Prokkeldag in Lelystad te vieren. Een prokkel is een prikkelende ontmoeting tussen iemand met een verstandelijke beperking en iemand zonder, met als doel de twee werelden dichter bij elkaar te brengen.

Ze stal geborgenheid

in het nest

van het vermoorde konijn

goed verborgen tussen rotsen

waar een hermelijn

net heeft geworpen

op het zachtste mos

wriemelen roze mormels

voor wie daglicht

nog een vreemde is

moeder en melk

vormen de hele wereld

warmte bestaat alleen

in de zachtheid 

van haar vacht

of elkaars naakte huidjes

als zij er niet is

zelfs in een gestolen thuis

vindt het leven een begin

april 2024

Zusje

je danst door het leven

in een eigen ritme en tempo

ziet de wereld je bewegen

zoals je altijd al hebt gedaan

je passen groot en sierlijk

soms gaan ze even achteruit

maar stil valt het nooit

de muziek zal altijd spelen 

en zolang je voeten je dragen

naar waar je hart je zegt te gaan

blijf je bloeien tot wie je bent

zoals je altijd al hebt gedaan

mei 2024

voor Iara.

Beschenkschonken

ik heb me beschenkschonken

nog niet van het padje

maar wel op het randje

de wereld is nu

zacht dubbel

met een vertraging van

een halve seconde

sijpelt alles binnen

en stuimel ik stappen

verder de nacht in

mijn onvaste blik zich

kortstondig vastklinkend

aan hoe het leven zich

op mijn pad werpt

achteloos maar als stroop

die zich langs mij 

werken moet

als ik mijn hoofd niet

recht kan houden

zal ze eraf vallen

en elk idee dat eruit

lijkt te tuimelen

is een goede

maar zoals dat gaat

met parels

moet je de betere

bewaren voor later

voor als de wereld weer

recht lijkt te staan

met elke ademteug

verder van de alcohol

kruipt de opklaring

gestaag mijn brein in

maar pas met de

zoete rust van slaap

komt de vereffening

die mijn lichaam verdient

mei 2024

Vieren en herdenken 2024

Geheugen

in het voorjaar togen we

voor de laatste keer

naar de gespleten man

spierwit starend naar de hemel

zijn zware armen en benen 

staan bevroren in verzet

tegen onvrijheid die

de stad nooit heeft gekend

we omlijsten hem met

kransen en mooie woorden

al jaren draagt hij 

het lange geheugen

van wat er gebeurt

als vrijheid niet meer is 

Vlam

midden in de lente

elk jaar opnieuw

vlamt ze in ons midden

zodat we niet vergeten

hoe het zonder haar zou zijn

als zij er niet is

zijn we blind in het duister

zien we niet waar we heengaan

hebben we geen oog voor elkaar

als zij er niet is

verliezen we de warmte

in onszelf en voor elkaar

en worden onze verschillen

als dodelijke contrasten

als zij er niet is

hebben wij geen kans

om morgen beter te worden

om te leven hoe we willen

om een ander te laten zijn

ze is kostbaar en fragiel

en ver van vanzelfsprekend

ze is een vurige herinnering

aan wat wij doen 

met vrijheid

april 2024

Dit zijn respectievelijk de gedichten voor de Dodenherdenking en Bevrijdingsdag in Lelystad. Voor de Dodenherdenking koos ik voor de invalshoek van het monument, omdat het de laatste keer was dat er op die locatie herdacht zou worden. Zie dit artikel in de Flevopost voor meer informatie.

Voor het bevrijdingsgedicht heb ik geleend van Albert Camus. In Hommage à un journaliste exilé (1955) zegt hij:

“La liberté n’est rien d’autre que la chance d’être meilleur, tandis que la servitude est l’assurance du pire”.

“Vrijheid is niets anders dan de kans om beter te zijn, waar slavernij een garantie is op het ergste”.

Diefstal

we hebben je horizon gejat

met onze toekomstdromen

uit een gemeende noodzaak

een hele zee ontnomen

op haar geest drijft nu

een grote vlakke plak klei

we veroordelen je tot land

corrigeren vlug je zeebenen

en halen alle wind uit je zeilen

nu lig je voorgoed voor anker

op het vasteland

waar we achten je te aarden

april 2024