Pendelparadijs

als de Oostvaardersdijk kon lullen

zou die nooit meer stoppen met praten

want uit ronkende gele bussen

sijpelden jarenlang verhalen

elke ochtend stapten ze in

abonnement klaar in de hand

de nieuwe stad woont mooi maar

de nering ligt op het oude land

en als je daar moest wezen

kon dat alleen over die dunne dijk

met z’n allen heen en weer

van en naar dat pendelparadijs

er werd gegrapt, geflirt en geleden

ontsproot een maatschappij in het klein

terwijl ze volgens rooster werden rondgereden

zetten mensen hun eerste stappen in het Lelystedeling-zijn

de bakstenen bewaren allemaal

een beetje van de sfeer van toen

de dijk kan dan niet lullen maar

vergeten, dat zal hij nooit doen

september 2024

Eigenwijs

wie kent de stad

als ze alleen kunnen denken

aan een lelijk gezicht

bekend van decennia aan

goed verkopend slecht nieuws

een monotoon gedrocht 

geboren op een kille tekentafel

nog niet goed genoeg om

dood in gevonden te worden

wie ziet de stad

als ze eindelijk durven te kijken

naar wat ze daadwerkelijk is

een in de kiem gesmoorde groeikern

niet geworden wat ze had moeten zijn

en toch met horten blijven ontwikkelen

tot een thuis voor duizenden

elk met een eigen verhaal

hun wortels ferm in de nieuwe grond

wie voelt de stad

als ze eens gaan wandelen

vanuit een halfleeg hart 

lopen fietspaden als rode aderen

door buurten die de namen dragen

van de schepen die daar vergingen

nu overspoeld met weldadig groen

en rust voor wie het zoekt

op de lange dijk die alles droog houdt

starend naar een zakkende zon

boven de overkant die nooit kwam

wie is de stad

als ze nog niet zeker is

van wat ze allemaal kan zijn

tussen een open basalten kantlijn

en uitgestrekte akkers aan de randen

zoeken we eigenwijs naar onszelf

zie het bloeien

zie het sterven

zie de mensen

zij maken de stad

juni 2024

Kampen 1663

niet met maar

zeer zeker niet zonder

een stad gevormd door

stromend stokkend water

dat de handel ver

voorbij onze kusten stuwde

en oude mannen omhing

met macht

uit elke baksteen sprak rijkdom

torens waaieren als pauwen

hun pracht boven de stadsmuren uit

met haar ettelijke poorten

die bepalen wie een Kampenaar is

geleid door God en geld

augustus 2024

Solanum tuberosum

glorieuze aardappel

uw toepassing kent geen eind

gekookt, gestampt, gefrituurd

gepoft of gebakken

zelfs als we u met groente

en een vleesvervanger

helemaal naar de tyfus prakken

blijft uw vorm

voedzaam en vullend

naties staan en vallen

bij de gratie van uw oogst

nietsvermoedend wuiven uw

witte bloesems in de juliwind

onze honger tegemoet

augustus 2024

Bodemarchief

waar vroeger beken

en rivieren stroomden

hun namen achterlatend

in duinen en dekzand

daar vloeien nu verhalen

de grond vertelt over de

scherven van jagende verzamelaars

die een beetje boer werden

in zompig stromenland

over vele eeuwen aan

gezonken toekomstdromen

hun welvaart en rampspoed

bepaald door verraderlijk water

over getekende lijnen die

met wilskracht tot leven gewekt

van ruimte een nieuw begrip maakten

op de bodem van de getemde zee

over nieuwkomers die

overal vandaan kwamen en

een samenleving bouwden

op een groot vlak niets

over jou en mij en

wat wij onder deze

eindeloze lucht

allemaal kunnen zijn

mei 2024

Planeet Prokkel

soms lijkt het

alsof ik op een planeet woon

en jij op een hele andere

en dan lijken we verschillend

en heel ver weg van elkaar

maar als ik nou

mijn handen uitsteek

en jij de jouwe ook

zodat we ontmoeten

in het midden

om dan samen iets te doen

dan zie jij wie ik ben

en begrijp jij mij weer beter

want uiteindelijk komen we

toch van dezelfde planeet

mei 2024

Deze schreef ik om de jaarlijkse Prokkeldag in Lelystad te vieren. Een prokkel is een prikkelende ontmoeting tussen iemand met een verstandelijke beperking en iemand zonder, met als doel de twee werelden dichter bij elkaar te brengen.

Ze stal geborgenheid

in het nest

van het vermoorde konijn

goed verborgen tussen rotsen

waar een hermelijn

net heeft geworpen

op het zachtste mos

wriemelen roze mormels

voor wie daglicht

nog een vreemde is

moeder en melk

vormen de hele wereld

warmte bestaat alleen

in de zachtheid 

van haar vacht

of elkaars naakte huidjes

als zij er niet is

zelfs in een gestolen thuis

vindt het leven een begin

april 2024

Zusje

je danst door het leven

in een eigen ritme en tempo

ziet de wereld je bewegen

zoals je altijd al hebt gedaan

je passen groot en sierlijk

soms gaan ze even achteruit

maar stil valt het nooit

de muziek zal altijd spelen 

en zolang je voeten je dragen

naar waar je hart je zegt te gaan

blijf je bloeien tot wie je bent

zoals je altijd al hebt gedaan

mei 2024

voor Iara.

Beschenkschonken

ik heb me beschenkschonken

nog niet van het padje

maar wel op het randje

de wereld is nu

zacht dubbel

met een vertraging van

een halve seconde

sijpelt alles binnen

en stuimel ik stappen

verder de nacht in

mijn onvaste blik zich

kortstondig vastklinkend

aan hoe het leven zich

op mijn pad werpt

achteloos maar als stroop

die zich langs mij 

werken moet

als ik mijn hoofd niet

recht kan houden

zal ze eraf vallen

en elk idee dat eruit

lijkt te tuimelen

is een goede

maar zoals dat gaat

met parels

moet je de betere

bewaren voor later

voor als de wereld weer

recht lijkt te staan

met elke ademteug

verder van de alcohol

kruipt de opklaring

gestaag mijn brein in

maar pas met de

zoete rust van slaap

komt de vereffening

die mijn lichaam verdient

mei 2024

Vieren en herdenken 2024

Geheugen

in het voorjaar togen we

voor de laatste keer

naar de gespleten man

spierwit starend naar de hemel

zijn zware armen en benen 

staan bevroren in verzet

tegen onvrijheid die

de stad nooit heeft gekend

we omlijsten hem met

kransen en mooie woorden

al jaren draagt hij 

het lange geheugen

van wat er gebeurt

als vrijheid niet meer is 

Vlam

midden in de lente

elk jaar opnieuw

vlamt ze in ons midden

zodat we niet vergeten

hoe het zonder haar zou zijn

als zij er niet is

zijn we blind in het duister

zien we niet waar we heengaan

hebben we geen oog voor elkaar

als zij er niet is

verliezen we de warmte

in onszelf en voor elkaar

en worden onze verschillen

als dodelijke contrasten

als zij er niet is

hebben wij geen kans

om morgen beter te worden

om te leven hoe we willen

om een ander te laten zijn

ze is kostbaar en fragiel

en ver van vanzelfsprekend

ze is een vurige herinnering

aan wat wij doen 

met vrijheid

april 2024

Dit zijn respectievelijk de gedichten voor de Dodenherdenking en Bevrijdingsdag in Lelystad. Voor de Dodenherdenking koos ik voor de invalshoek van het monument, omdat het de laatste keer was dat er op die locatie herdacht zou worden. Zie dit artikel in de Flevopost voor meer informatie.

Voor het bevrijdingsgedicht heb ik geleend van Albert Camus. In Hommage à un journaliste exilé (1955) zegt hij:

“La liberté n’est rien d’autre que la chance d’être meilleur, tandis que la servitude est l’assurance du pire”.

“Vrijheid is niets anders dan de kans om beter te zijn, waar slavernij een garantie is op het ergste”.